Hoe mooi is het als dromen ook daadwerkelijk uitkomen. Natuurfotograaf Bob Luijks kan er zeker over meepraten, want hij maakte onlangs een prachtige expeditie mee. Als ervaren reisbegeleider zag hij al veel van de wereld, maar Antarctica was nog onbekend terrein voor de hoofdredacteur van Natuurfotografie. Aangezien Bob al jarenlang een ambassadeur voor Benro is, waren wij in de gelegenheid om hem te vragen of hij zijn ervaringen wilden delen. Hieronder tref je dan ook zijn verhaal en enkele prachtige foto's van deze expeditie aan. Geniet ervan! De telefoon gaat. Het is Ralph van Nordic Vision Fotoreizen. Of ik één van de expeditieleiders wil zijn op een bijzondere jubileumreis naar Antarctica. “Overleg het eerst maar met je gezin”, klinkt het. Nou, dat dacht ik niet. Zo’n once in a lifetime kans laat ik niet schieten. En mijn gezin gaf me dezelfde avond nog groot gelijk! De reis naar het zuidelijke einde van de wereld is geen doorsnee cruise, maar een expeditie waar het draait om een unieke beleving van de natuur in de Antarctische regio. Het weer en de omstandigheden ter plekke bepaalden grotendeels ons programma, waarbij we slechts konden hopen een deel van ons wensenlijstje in te koppen. Regelmatig werden we met dit gegeven geconfronteerd, met een flinke storm als ultieme uitdaging. Zover was het aanvankelijk nog lang niet. Hoewel het schip voor velen misselijkmakend schommelde bij het verlaten van het beschutte fjord Beagle Channel bij het Argentijnse Ushuaia, verliep de oversteek naar de Falkland Eilanden voorspoedig. Met vriendelijk en rustig weer konden we op ons gemak wennen aan het begrip ‘expeditie’. In de onbewoonde wereld zijn er immers geen aanlegsteigers, wandelpaden of andere voorzieningen. Dat betekent dat het schip een behoorlijk einde van de kust voor anker gaat en dat je daarna moet overstappen in een zodiac, een flinke rubberboot die plaats biedt aan maximaal tien personen. De zodiac vaart vervolgens tot de branding, waardoor je in zee moet uitstappen. Nieuwsgierig gevogelte Op de Falklands bezochten we Carcass Island en Saunders Island. Eenmaal aan land is het direct de natuur dat de klok slaat. Een magelhaenscholekster en magelhaenganzen zijn de eerste soorten die we zagen, al snel gevolgd door de eerste pinguïns van deze expeditie: ezelspinguïns, magelhaenpinguïns, rotspinguïns (in het Engels uiterst toepasselijk ‘rockhopper’ genoemd), koningspinguïns (met jongen) en zelfs een verdwaalde keizerpinguïn. Meteen blijkt de natuur van een geheel andere orde dan in Nederland: de dieren komen er niet alleen massaal voor, maar zijn ook geen van allen bang voor ons. De dieren vluchten dus niet, maar blijven gewoon zitten of komen uit nieuwsgierigheid kijken wat je aan het doen bent. Eén van de hoogtepunten van de Falklands was een kolonie wenkbrauwalbatrossen. Albatrossen lijken op een foto niet zo groot (formaatje meeuw), maar hebben in de praktijk een vleugelspanwijdte van 2,5 meter! Na deze fijne opwarmer vertrokken we richting South Georgia. Waar het de ene dag nog aangenaam was, daalde de temperatuur binnen twaalf uur naar rond het vriespunt. Ook verschenen in het permanent koude water de eerste ijsbergen, precies op het moment dat het ook begon te sneeuwen. Wat een plaatje. Zeker geen gemakkelijke expeditie Door de tegenwind liepen we een halve dag vertraging op, waardoor we de eerste locatie van South Georgia moesten overslaan. Ook op de tweede plek hadden we pech: de zee deinde gevaarlijk op en neer. In combinatie met de steilere stranden lukte het niet om met de zodiacs te landen. Een poging daartoe ging bijna vreselijk fout toen een zodiac op een haar na omsloeg. Wel ging één van de expeditieleiders de ijskoude zee in… Wanneer een landing niet lukt, wordt altijd overwogen of het wel veilig genoeg is om dan maar een boottochtje te maken. En zo geschiedde. In een stille uithoek vonden we dan toch een plekje om voor het eerst veilig het land op te klimmen. Daarmee was South Georgia definitief bereikt. Maar ook: we konden de koningspinguïns en zeeberen (pelsrobben) prachtig van dichtbij bekijken. South Georgia is een waanzinnig eiland van ongeveer 160 kilometer lang en gemiddeld 30 kilometer breed, met maar liefst meer dan twintig bergen hoger dan 2.000 meter. Alleen op de lagere delen langs de kust groeit wat lage vegetatie, de rest bestaat uit rotsen en ijs. Het gehele eiland is onbewoond en sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw een beschermd natuurgebied. Ik moet zeggen: streng beschermd. Men is als de dood dat de ongerepte natuur hier aangetast wordt. Dat betekent dat we eerst allemaal uiterst strenge biosecurity-checks ondergaan. Er mag niets, maar dan ook niets van organisch of bodemmateriaal aan de kleding, schoeisel of rugzak zitten, zelfs geen zandkorrel. Ik gooi normaal mijn rugzak altijd overal neer en ben dan ook blij dat ik een nieuwe Shimoda Action X50 V2 mee had. Ook schafte ik volledig nieuwe regenkleding aan. De moeite werd gelukkig beloond, want zonder problemen werd ik goedgekeurd. Daarmee was de uitdaging nog niet voorbij, maar pas gestart. Om het zekere voor het onzekere te nemen, mag je nergens op de grond gaan zitten, zelfs niet even met je knie steun zoeken, maar ook nergens je rugzak neerleggen. Nog een reden dus om blij te zijn met de Shimoda. Je maakt de rugzak immers aan de rugzijde open. Door de rugzak louter aan de heupband te laten hangen, kun je ‘m naar je buikzijde draaien en zo toch even in je rugzak rommelen. De ultieme natuurbeleving kregen we uiteindelijk in St. Andrew’s Bay en Fortune Bay. Beide plekken kennen een waanzinnig landschap met eindeloos veel koningspinguïns, zeeberen en zeeolifanten. Je weet niet wat je ziet als je een vallei met meer dan 100.000 (!) pinguïns overziet. 'Genieten' van enorme golven Omdat er storm werd voorspeld, vertrokken we een halve dag eerder uit South Georgia. En die storm kregen we ook. Met windkracht 9 en uitschieters tot 10, én met golven tot 8 meter hoog, was het vrijwel onmogelijk om te blijven staan. Er vielen dan ook een aantal lichtgewonden en tweederde van de deelnemers werd zeeziek. Met het naderen van Antarctica bleef het winderig, maar was gelukkig wel het achterdek open, waardoor we van de enorme golven en, bij het naderen van Antarctica, vele ijsbergen konden genieten. Door de ruwe omstandigheden lukte het helaas niet om op Elephant Island en Penguin Island te landen. Bij het laatste eiland maakten we nog wel een tochtje met de zodiacs, maar dat pakte enorm nat uit door de gevaarlijk hoge golven. Ons geduld werd aardig op de proef gesteld. In Orne Harbour lag te veel ijs, maar in Neko Harbour was het eindelijk raak: we zetten voet aan land op Antarctica! Hier vind je helemaal geen vegetatie meer, maar alleen sneeuw en ijs. En pinguïns uiteraard. Overal waar we kwamen, vergaapten we ons aan de ezelspinguïns. Zij broeden in kleinere kolonies, steeds op heuvelruggen en daarmee steeds onderdeel van de mooist denkbare plekken. Uiteindelijk lukte het ook nog op twee andere plekken te landen. Waar dat niet ging, maakten we wederom tochtjes met de zodiacs. Dat is in de wateren rond Antarctica een waar feestje met onder andere ijsbergen in het mooist denkbare blauw en Weddellzeehonden op ijsschotsen. De terugtocht naar Ushuaia over de beruchte Drake Passage verliep uiteindelijk rustig, maar dat hadden we ondertussen ook wel een beetje verdiend. En zo kwam er na een kleine maand een einde aan een onvergetelijke expeditie naar een deel van de wereld waar de natuur, en niet de mens het nog altijd voor het zeggen heeft. Hieronder een video van Yves Adams, die eveneens als fotobegeleider mee was tijdens deze expeditie. Bob Luijks
Het draait allemaal om perspectief. Terwijl een nietsvermoedende wandelaar in alle rust aan het genieten is van het Bredaase Mastbos en het prachtige herfsttafereel aanschouwt, speuren twee tegemoetkomende macrofotografen de randen van het bospad af. Alsof ze op zoek zijn naar een verloren oorbel blijven ze aandachtig rondkijken. Macrofotografe én workshopbegeleider Judith Borremans houdt plotsklaps halt en meldt enthousiast: “Kijk, hier kunnen we ons voorlopig wel vermaken. Er staat voldoende mooi materiaal op ons te wachten.” Al snel is Klaas van Kruistum, tv-presentator, radio-dj en vooral ook enthousiast fotograaf, ter plaatse op de plek die vandaag als macro-speelveld fungeert. Wie goed kijkt en even door de knieën gaat, ziet inderdaad een heel smurfendorp verschijnen. Voor dit dankbare onderwerp, paddenstoelen dus, is het duo afgereisd naar het westen van Brabant. Judith zal hier haar ‘geheim’ delen met Klaas, om de kleine natuur op een grootse wijze vast te kunnen leggen. Niet alleen de tv-presentator profiteert overigens van haar kennis, want ook jij als lezer kunt wat opsteken van deze eenmalige en exclusieve macroworkshop. Wij delen in dit artikel namelijk de nodige tips die Klaas van Judith ontving om zijn Laowa 65 mm macrolens nog beter te benutten. Hopelijk inspireert het om zelf eveneens aan de slag te gaan met het vastleggen van de kleinste onderwerpen die de natuur ons biedt. Ga in de ochtend Zet je wekkertje maar lekker vroeg. Een macrofotograaf die graag gevleugelde insecten vastlegt, heeft namelijk een veel grotere kans van slagen op een mooi beeld als hij of zij voor of rond zonsopkomst in het veld staat. Deze groep dieren is namelijk koudbloedig, waardoor ze de zon nodig hebben om op te warmen. Als de insecten enige temperatuur in hun lijfje hebben zitten, zullen ze wegvliegen. Tot die tijd heb jij dus mooi de tijd om een vlinder, libelle of juffer zo mooi mogelijk vast te leggen en dat ook nog eens bij het mooiste licht van de dag. Het is niet voor niets dat ze ooit het spreekwoord ‘ochtendstond heeft goud in de mond’ hebben bedacht. Heb je moeite om je bed in alle vroegte te verlaten? Wees gerust, er zijn uiteraard meer dan genoeg natuurlijke onderwerpen te fotograferen met een macrolens, ook midden op de dag. Denk bijvoorbeeld aan paddenstoelen. Je zult dan wel wat meer moeite moeten doen om je beeld van prachtig licht te voorzien, maar daarover later meer. Minder zorgen Doordat Judith vanaf statief werkt, is een lage sluitertijd geen enkel probleem. Deze methode gebruikt ze bewust, vanwege drie redenen. Ze weet zeker dat ze een beeld van hoge kwaliteit kan schieten, omdat ze haar ISO laag kan houden aangezien haar sluitertijd nauwelijks een rol speelt. Zeker in het geval van paddenstoelen, die niet of nauwelijks bewegen. De andere reden is het feit dat ze zich bewuster is van de compositie. Ze kijkt meer secuur naar het beeld als dit niet continu verandert door haar eigen handen en lichaam. Het kost wat meer tijd, maar de uiteindelijke compositie zal sterker uit de verf komen. Nog een voordeel door het werken vanaf statief is dat die eerdergenoemde handen juist vrij zijn. Ze hoeft de camera niet vast te houden, maar kan bijvoorbeeld zelf een extra lichtbron vasthouden of een interessant voorwerp op de voorgrond van het beeld plaatsen. Probeer dat maar eens te doen terwijl je de camera in je handen hebt. Hoe lager, hoe vager De focus op de juiste plek. Je wilt zelf bepalen waar de ogen van de kijker naartoe getrokken worden. Judith speelt daarom zoveel mogelijk met scherptediepte. Zodoende is haar Canon R5 ingeschakeld op diafragmavoorkeurstand, zodat zij zich volledig kan richten op deze handeling. Haar gemakkelijke ezelsbruggetje… Hoe lager, hoe vager. Door een diafragma van f/2.8 te gebruiken, kan ze veel diepte creëren in haar beelden en kan ze precies bepalen waar ze de aandacht op wil vestigen. Om de optimale scherpte te ontvangen, gebruikt ze de zoomfunctie van haar live view om het scherptepunt te controleren. Daarnaast schiet ze haar macrobeelden met een afstandsbediening, waardoor ze niet hoeft te vrezen voor bewegingsonscherpte doordat de camera beweegt én verandert haar compositie niet meer. Een klein tikje levert bij macrofotografie namelijk al een heel ander tafereel op. Dat wil je uiteraard voorkomen. En wederom een pluspunt van deze werkmethode, ze heeft een handje vrij om eventueel een extra element toe te voegen aan haar beeld. Creëer je eigen schaduw Het statief en de afstandsbediening zorgen ervoor dat je dit punt met gemak uit kunt voeren. Zie je nu dat het hoofdonderwerp in hard zonlicht staat, dan kun je dit heel snel en effectief oplossen. Doordat je je handen vrij hebt, plaats je namelijk heel gemakkelijk een reflectiescherm tussen de zon en je onderwerp. Op die manier creëer je je eigen schaduw. Hierdoor ontstaat er een veel zachter beeld en als bonus zie je ook nog eens prachtige pasteltinten in je foto terug. Wil je je handen weer vrij hebben, dan is een klem een zeer handige tool. Deze zet je vast aan het statief, waardoor je je niet meer druk hoeft te maken om een geschikte schaduwplek. Wel regelmatig checken natuurlijk of het scherm niet wat gedraaid moet worden in verband met de stand van de zon. Nog een stukje lager Eén van de belangrijkste lessen die Klaas van Kruistum te leren krijgt deze dag, ga zo laag mogelijk. Dankzij de gebruikte Benro Bat is dit een koud kunstje. Poten volledig omkeren en klaar is kees. Wel is het handig om een statiefgondel voor je lens te gebruiken. Op die manier hoef je je camera namelijk niet op zijn kop te gebruiken. Schuif de poten ook wat uit, zodat je net even wat meer werkruimte rondom je camera hebt. Via live view is snel te zien dat die werkhoogte van zeer groot belang is. Een paar millimeter lager levert al gelijk een heel ander beeld op. Huidige camera’s zijn meestal voorzien van een handig klapschermpje, waardoor je je ook niet in allerlei bochten hoeft te wringen. Naast het lage standpunt behoor je ook vooral goed te kijken naar de achtergrond. Die is net zo belangrijk als het hoofdonderwerp. Heb je je paddenstoel in de schaduw gezet, dan is het fijn om achter het onderwerp een lichte plek te hebben. Op die manier gaat de aandacht automatisch richting de paddenstoel. Voeg licht toe Next level als het gaat om perfectie op detailniveau. Naast de zon is het ook handig om een eigen lichtbron te gebruiken. Doordat je macro schiet, hoeft dit geen megagrote lamp te zijn om effect te hebben. Zet een compact lampje op een ministatiefje en je kunt heerlijk spelen om bijvoorbeeld meer licht op de achtergrond te krijgen. Kun je de kleur aanpassen op de lichtbron? Dan zou je ook kunnen kijken naar het toevoegen van een contrastkleur. Op die manier is het bijvoorbeeld mogelijk om een paddenstoel te voorzien van een mooi gekleurd ‘tegenlicht-randje’. Doordat zo’n LED-lamp een relatief kleine lichtbron is, zal het licht ook vrij hard zijn. Hierdoor gebruikt Judith dit soort bronnen nooit als hoofdlicht om het onderwerp uit te lichten. Het dient dus puur als ondersteuning om ‘lichtjes’ wat extra detail toe te voegen. Kleine video-impressie van deze dag. Videowerk door Arno de Voogd. Doe het gelijk goed Een snelle tip, en misschien voor veel fotografen ook een logische. Probeer in het veld al zoveel mogelijk goed te doen. Iedereen kan de nodige magie uit een bewerkingsprogramma halen en een takje verwijderen, maar probeer dat zoveel mogelijk te vermijden. Je bent sneller klaar met bewerken en de voldoening is een stuk groter als je direct een prachtig resultaat op je scherm ziet staan. Blijf lekker prutsen Waar draait het eigenlijk om als je aan het macrofotograferen bent? Die fantastische plaat die je schiet of het plezier dat je in het veld beleeft? Judith kan zichzelf helemaal verliezen tijdens het schieten van macrobeelden. De voornaamste reden, lekker bezig zijn met prutsen. Een blaadje op de voorgrond plaatsen, een takje aan de linkerzijde van de ideale compositie verwijderen of een lichte vlek elimineren door een reflectiescherm te gebruiken. Het zoeken naar een mooi beeld, dat is hetgeen waar ze blij van wordt. De opbouw van een eigen setting kost tijd en het voelt als puzzelen voor gevorderden. Geduld is dan ook echt een schone zaak als het op macrofotografie aankomt. Als je trouwens Judith Borremans’ Instagram- of Facebook-pagina bekijkt, raak je wellicht overdondert van alle prachtplaten die ze schiet, maar ook zij laat op social media natuurlijk enkel haar parels zien. Niet elke poging is uiteraard raak bij haar. Feit is echter wel dat ze er vaak op uit trekt om te fotograferen, hierdoor veel ervaring opdoet en op die manier haar kansen op een mooi beeld vergroot. Daarbij is het tevens van belang dat je je eigen richting en smaak blijft volgen. Het is prima om inspiratie op te doen bij anderen, maar ga niet alles klakkeloos kopiëren. Maar, misschien wel de meest belangrijke tip die Judith kan meegeven aan macrofotografen, is de volgende; blijf lekker prutsen en geniet vooral van het moment. Jarno van Osch
|
ArchievenCategorieën
Beeldbelang
|