De aarde is fantastisch mooi en gelukkig leggen we dat met vele fotografen op prachtige wijze vast. Om te genieten van de wonderschone natuur hoef je niet ver te gaan, dat kan ook al in je eigen regio. Maar, voor het geval je er een keertje op uit wilt trekken, gaan wij in drie afleveringen de nodige hotspots bespreken. Voor deel 1 bleven we in eigen land, maar in dit tweede deel kijken we naar prachtige plekken die net over de grens liggen en met de auto te bereiken zijn. Om in deze drie artikelen de mooiste plekken aan te kunnen duiden, roepen we de hulp in van Eddy Reynecke, een zeer ervaren natuurfotograaf uit het noorden van Nederland. Met een eigen bedrijf, waarvan de naam Avontuurlijke fotoreizen luidt, kun je er redelijk zeker van zijn dat hij precies weet waar de mooiste locaties te vinden zijn. Reynecke is zo genereus om enkele hotspots te delen, zodat ook jij lekker aan de slag kunt met mooie foto’s maken op prachtige locaties. Mocht je gaan, dan wensen we je alvast veel plezier! Opaalkust – Frankrijk Afstand vanaf Utrecht: 340 kilometer “Een heel toffe locatie, in noordwesten van Frankrijk. Het grote voordeel is dat je te maken hebt met een keur aan kustlijnen, die zeer afwisselend is. Denk aan rotswanden, kliffen, stranden, mosselpalen, bunkers, forten en vuurtorens. Er zijn best wel wat plekjes die de moeite waard zijn om als fotograaf te bezoeken. Een heel mooi uitzichtpunt is bijvoorbeeld Phare du Cap Gris-Nez. Je staat daar op een hoog punt en kunt lekker ver weg kijken. Het strand bij Cap Blanc Nez is eveneens een fotogeniek punt, waar je van die mooie, witte kalkstenen rotswanden hebt. Uiteraard hoop je op spectaculair licht, als een zonsopkomst of -ondergang. Handig dus om daar eventueel een app voor te gebruiken, zoals SunSurveyor. Ook interessant is het scheepswrak Lord Grey, die te zien is bij laag water. Dat is ook gelijk een belangrijke tip. Houd rekening met een immens verschil van getij, want die kan daar liefst negen meter zijn. Als je merkt dat de zee weer omhoog gaat, dan moet je echt weg gaan. Doe je dat niet, dan heb je zomaar de kans dat je ingesloten raakt door het water. Iets afdalen langs de kust brengt je uiteindelijk bij Fort Vauban, nog zo’n prachtige plek. Ook hier kun je helemaal los als fotograaf. Overigens is het leuk om in het voorjaar naar deze locaties te gaan, want dan kun je ook nog schitterende landschapsfoto’s maken van de heuvelachtige koolzaadvelden. En mocht je nog wat tijd over hebben, dan raad ik historieliefhebbers ook zeker het Musée 39 – 45 aan. Zoals je wel merkt, valt er veel te fotograferen aan de Opaalkust. Hierdoor is het zonde om voor slechts één dag hiernaar toe te rijden, maar dat geldt natuurlijk voor al deze locaties die over de grens liggen. Dit soort fotografietrips lenen zich dan ook perfect voor een weekendje weg.” Eifel - Duitsland Afstand vanaf Utrecht: 340 kilometer “Ook een interessante regio, door plaatsen als Cochem. Dit schilderachtig stadje ligt aan de Moezel en is zeer fotogeniek. Prachtig om in de avond vast te leggen, tijdens het blauwe uurtje. Een tip is om op die moment juist aan de andere zijde van de Moezel te gaan staan, want op die manier kun je van een afstandje de imposante rijksburcht fotograferen. Verder is het eveneens een aanrader om naar de langste hangbrug van Duitsland te gaan, voor iets andere ontspanning tijdens een weekendje weg. Uiteraard vallen hier ook mooie foto’s te maken. Dat geldt zeker voor Burcht Eltz, misschien wel het bekendste kasteel van Duitsland. Dit sprookjeskasteel is uiteraard veel gefotografeerd, maar dat betekent niet dat je het daarom maar moet vermijden. Vind een mooie compositie en hoop op een prachtige lucht, waardoor jij met een prachtplaat naar huis gaat. Overdag is er uiteraard veel toerisme, maar dan moet je sowieso eigenlijk daar niet zijn. Ik zou aanraden om in de lente én vroeg in de ochtend naar Burcht Eltz te gaan, want dan heb je wellicht zelfs kans op fraaie mist. Ook hier geldt weer dat een app als SunSurveyor je kan helpen wat betreft de stand van de zon en de juiste tijden van een opkomst of ondergang.” Müllerthal – Luxemburg Afstand vanaf Utrecht: 350 kilometer Op relatief korte afstand is dit toch wel één van mijn favoriete locaties. Ik probeer elk jaar weleens naar het Müllerthal te gaan, in Luxemburg. Ik ben best wel verwend als het aankomt op mooie plekken bezoeken, maar dit gebied blijft me altijd trekken. Vooral in de herfst is het een feest voor de fotograaf. Er zijn een hoop plekken waar je mooie beelden kunt maken, zoals bijvoorbeeld de Schiessentümpel waterval. Daar kun je heerlijk aan de slag met grijsfilters en dus lange sluitertijden. Ook heb je talloze riviertjes die de moeite waard zijn om te fotograferen. Een andere bijzondere plek is de Kallektuffquel, een bron met heel helder water. Je kunt je daar echt uitleven als fotograaf. Het Müllerthal is daarnaast ook echt een paradijs voor de hikers onder ons. In dit stukje Luxemburg ligt maar liefst 175 kilometer aan wandelroutes. Goed schoeisel meenemen dus.” Pfälzerwald – Duitsland Afstand vanaf Utrecht: 490 kilometer “Een klein uurtje onder Kaiserlautern tref je de Franse grens aan, waar de noordelijke regio van de Vogezen begint. In het Paltserwoud kun je prachtige uitzichtpunten vinden, waarvan Wegelnburg een mooi voorbeeld is. Vanaf deze kasteelruïne zijn mooie foto’s te maken met zonsopkomst. Helemaal gaaf als je dan ook nog laaghangende mist mee kunt pakken op het moment dat je daar staat te fotograferen. Het plaatsje Eppenbrun zou je perfect als uitvalsbasis kunnen kiezen. Dichtbij ligt onder meer Altschlossfelsen, een bijzondere rotsformatie met een lengte van anderhalve kilometer en 30 meter hoogte. Sowieso vind je veel rotspartijen (felsen genoemd, red.), kastelen en ruïnes in dit gebied. Een goede conditie is trouwens wel vereist als je hier naartoe gaat, want het is veel klimmen (en afdalen) geblazen. Heb je opgroeiende kinderen en zijn ze avontuurlijk ingesteld? Dan is dit ook een ideale vakantieplek om met het gezin naar toe te gaan. Plan dan zeker een rustdag in, zodat ze ook lekker even hun rust nemen. Dat is dan het perfecte moment voor jou om een dagje te gaan fotograferen.” Harz - Duitsland Afstand vanaf Utrecht: 523 kilometer “We sluiten dit deel af met de Harz in Duitsland. Nog zo’n prachtig natuurgebied bij onze oosterburen. Heel gaaf om te fotograferen, is de oude, zwarte stroomtrein die over de Brockenbahn rijdt. Eindstation is de hoogste berg van Noord-Duitsland, genaamd Brocken. Vooral in de winter kan dat echt een kerstfilmgevoel opleveren, als er ook sneeuw naast de rails ligt. Verder vind je hier ook prachtige vakhuisjes in van die typsiche dorpjes. Een leuk plaatsje om te verblijven, is bijvoorbeeld Wernigerode. Alleen daar al kun je je als fotograaf een dagje vermaken. Eveneens de moeite waard om te bezoeken, is Rappbodetalsperre. Dit is een stuwmeer waar je ook zeker mooie platen kunt schieten. Iets verder richting oosten vind je de Teufelsmauer. Nog zo’n prachtige plek waar je als fotograaf bijzondere beelden kunt maken.” Wil je dichterbij blijven om prachtige locaties te fotograferen? Bekijk dan deel 1, waarbij we in Nederland blijven.Een professioneel landschapsfotograaf zal je altijd aanraden om enkele accessoires aan te schaffen om het niveau van je fotografie naar een hoger niveau te tillen. Een stevig statief is één ding, maar ook het gebruik van filters wordt vaak aangeraden. De reden? Wij gingen met expert Bas Meelker op pad om daarachter te komen. Een prachtige zonsondergang laat zich niet regisseren en dat blijkt ook als we afspreken om een avondje mee te lopen met Bas Meelker, één van Nederlands bekendste landschapsfotografen. Door de drukke agenda’s is het al niet gemakkelijk om een datum te prikken, maar daarnaast moeten we noodgedwongen onze afspraak ook meerdere malen verplaatsen. De reden, Meelker weet vooraf al te voorspellen dat we op de geplande avonden geen juiste weersomstandigheden gaan treffen. “Als landschapsfotograaf ben je veel bezig met het weer en dan ga je vanzelf door krijgen wanneer de ideale omstandigheden ontstaan om prachtige beelden te maken van zonsopkomsten of -ondergangen. Je kijkt naar temperaturen, windrichtingen en nog veel meer zaken. Ik voel me soms net een weerman.” De vierde maal is het gelukkig wel raak en treffen we de Groningse beroepsfotograaf in de Dordtse Biesbosch. Een flink stukje zuidelijker dan de provinciestad in het hoge noorden van Nederland, maar dat heeft vooral te maken met het feit dat Bas Meelker voor de liefde naar Noord-Brabant verhuisde. “Een heel ander landschap dan ik gewend ben, maar dat maakt het ook wel weer interessant. Ik moet wel zeggen dat het moeilijker is om hier een goede serene locatie te vinden. Gelukkig ligt zeeland juist nu om de hoek voor mij, dus daar zal ik wel wat vaker te vinden zijn.” Uiteraard heeft de fotograaf die ook bekend is als gast-jurylid van het tv-programma Het perfecte plaatje’ al het nodige voorwerk gedaan en neemt ons direct mee naar een fotogenieke loopbrug. “Die kan ik mooi gebruiken als inlopende lijn”, laat hij tussen neus en lippen weten. Eenmaal op locatie ritst Meelker zijn fotorugzak open en haalt daar zijn gloednieuwe camera, een middenformaats Fujifilm GFX100S II, uit en begint deze op zijn statief te plaatsen. Niet veel later tovert hij ook een zwart Benro-tasje uit de Shimoda Action X V2-rugzak, gevuld met flink wat filters. In een mum van tijd is er een filterhouder op het fototoestel geplaatst en wordt vakkundig een grijsfilter in het eerste slot gezet. “Het wateroppervlakte is vrij onrustig en ik wil juist het tegenovergestelde effect bereiken. Door een grijsfilter te gebruiken, kan ik een langere sluitertijd instellen en dat zorgt voor een glad oppervlakte van het water.” Na de uitleg grijpt Meelker nogmaals naar zijn tasje, om ook een grijsverloopfilter toe te voegen aan de houder op zijn camera. “Op die manier kan ik het licht in de foto beter balanceren, tussen voor- en achtergrond. Daar zit, zeker bij een zonsondergang, een groot verschil tussen en dat vang je op door een grijsverloopfilter. Dat kun je uiteraard ook op andere manieren bereiken, zoals in de nabewerking, maar dan ben je destructief bezig. Dat is nogal een technisch verhaal, waarbij je histogram een belangrijke rol speelt. Maar goed, ik vind het persoonlijk belangrijk om mijn foto op locatie al zo goed mogelijk te maken. Vaak is dat door gebruik te maken van filters.” Wil je nog meer te weten komen over deze avond met Bas Meelker? Kijk dan onderstaande video.Jarno van Osch
We zijn hier bij Lanteos nieuwsgierig ingesteld en dus wilden we graag weten hoe de populaire 10 mm van Laowa zich verhoudt tot andere groothoeklenzen. De enige manier om de verschillende beeldhoeken te testen, is door naar buiten te gaan en een mooi plekje op te zoeken. Lenzenfabrikant Laowa staat er bekend om de zaken net even anders aan te pakken en dat biedt prachtige mogelijkheden. Zo werden foto- en videografen al vaker verrast door unieke objectieven van het merk, zoals de ultra macrolenzen, de Periprobe en de extreme Aurogon die een 50x vergrotingsfactor mogelijk maakt. Ook op het gebied van groothoeklenzen weet Laowa indruk te maken met prachtige toevoegingen. Een mooi voorbeeld is de Laowa 10 mm f/2.8 FF Zero-D met autofocus-functie (voor Nikon Z- en Sony FE-mount). Deze groothoeklens levert een prachtige beeldkwaliteit op, en dat met een enorme beeldhoek van maar liefst 130,4 graden. Om in de praktijk te zien wat dit gegeven nu daadwerkelijk oplevert, reisden we af naar de Brabantse Kempen om daar de 10 mm te testen. Om een goed beeld te schetsen, namen we nog twee andere groothoeklenzen mee, namelijk de Laowa 12 mm f/2.8 Zero-D en Canon 16-35 mm f/2.8. Op die manier proberen we de verschillen aan te tonen. Overigens zijn er enkele valkuilen als je een groothoeklens met extreme beeldhoek gebruikt. Daarom geven we in deze video ook enkele tips om je gelijk te behoeden voor deze mogelijke fouten. De daadwerkelijke vergelijking in beeld Jarno van Osch
De aarde is fantastisch mooi en gelukkig leggen we dat met vele fotografen op prachtige wijze vast. Om te genieten van de wonderschone natuur hoef je niet ver te gaan, dat kan ook al in je eigen regio. Maar, voor het geval je er een keertje op uit wilt trekken, gaan wij in drie afleveringen de nodige hotspots bespreken. In deel 1 blijven we binnen onze eigen landsgrenzen, daarna zullen we omringende landen bezoeken en uiteindelijk sluiten we in aflevering 3 af met verschillende droomlocaties die verspreid over de hele wereld liggen. Om in deze artikelen de mooiste plekken aan te kunnen duiden, roepen we de hulp in van Eddy Reynecke, een zeer ervaren natuurfotograaf uit het noorden van Nederland. Met een eigen bedrijf waarvan de naam Avontuurlijke fotoreizen luidt, kun je er redelijk zeker van zijn dat hij precies weet waar de mooiste locaties te vinden zijn. Reynecke is zo genereus om enkele hotspots te delen, zodat ook jij lekker aan de slag kunt met mooie foto’s maken op prachtige locaties. Mocht je gaan, dan wensen we je alvast veel plezier! Het Friese wad “Een prachtige plek, waar je heel mooi aan de slag kunt met verschillende vormen van fotografie. Uiteraard is het Friese wad prachtig vast te leggen met een groothoeklens, vooral tijdens een indrukwekkende zonsopkomst of -ondergang. Ideaal ook om met filters bezig te gaan. Neem niet alleen grijsverloopfilters mee, maar denk ook aan een polarisatiefilter. Je staat immers aan water. Voor mij is ook een goed statief een must als je bezig bent met dit soort fotografie. Naast wijdse beelden is het ook een aanrader om te kijken naar de heerlijke patronen die je kunt ontdekken, zodat je vooral met lijnen en vormen gaat spelen. Locaties die ik zeer de moeite waard vind, zijn bijvoorbeeld Moddergat, Koehool en Wierum. Bij laatstgenoemde plaats heb je bijvoorbeeld een oud scheepswrak liggen, wat te zien is bij laag water. En uiteraard mogen de paaltjes niet ontbreken, die je bij Moddergat gaat vinden. Ik wil de fotografen die nog niet eerder aan het wad hebben gestaan wel nog een tip meegeven. Ga niet alleen. Je kunt namelijk behoorlijk vast komen te staan in het slijk en dan is het fijn dat iemand je gelijk kan helpen. En als we het daar dan toch over hebben, trek goede laarzen aan die niet te wijd zitten. Is dat wel het geval, dan sta je zo zonder laars op het wad. Misschien nog een tip voor de fotografen die van wat verder moeten komen. Maak er een gezellig weekendje van, waarbij je misschien ook nog aan de slag kunt gaan met avondfotografie in de stad Dokkum.” Het Speulderbos “Eén van de bekendste plekken voor natuurfotografen natuurlijk, het Speulderbos in Ermelo. Prachtig, vooral in het voor- en najaar. In de lente heb je kans op koude nachten en warmere dagen, wat zorgt voor mistige ochtenden. Dan heb je ook kans op mooie zonneharpen. Ook de herfst is magnifiek, met de volle kleuren. Dit is ook een locatie waar je bijvoorbeeld met je gezin een binnenlandse vakantie kunt houden. Als fotograaf ga je dan lekker vroeg op pad en sluit je halverwege de ochtend weer aan voor de eventuele vakantie-activiteiten. Er is namelijk voldoende te doen in die omgeving.” De Zeeuwse kust “We beschikken stiekem over behoorlijk veel fotogenieke locaties in Nederland, en zeer afwisselend. In de provincie Zeeland kun je heerlijk los als beeldenmaker. Ook hier kun je perfect bezig zijn met de zonsopkomst- en ondergang. Vuurtorens, strand, duinen, paaltjes… Er is van alles te vinden. Een mooie kustlijn ga je vinden in Westkapelle en waar ik ook graag kom, is de vuurtoren bij Dishoek. Aan zee is het natuurlijk heerlijk spelen met bijvoorbeeld grijsfilters. Lekker lange sluitertijden gebruiken, waardoor je heel creatieve beelden kunt maken. Qua bouwwerken wil ik ook graag nog twee plekken uitlichten. De Deltawerken en de Zeelandbrug zijn eveneens heerlijk om te fotograferen. Genoeg materie lijkt mij om een weekendje fotografie in Zeeland te plannen.” De Limburgse heuvels
“Een heel andere kant van Nederland ontdek je in het mooie, heuvelachtige landschap van Limburg. Totaal iets anders dan Zeeland of het Friese wad. Vooral in het diepe zuiden vind je prachtige vergezichten, zeker in combinatie met een fraaie zonsopkomst- of ondergang. Persoonlijk vind ik het gebied tussen Gulpen en Epen erg mooi. Dat is zeker de moeite waard om te gaan ontdekken. Daarnaast kun je deze fotolocaties prima combineren met een uitje naar steden waar je je als fotograaf ook helemaal uit kunt leven. Valkenburg uiteraard, maar ook zeker Maastricht. Die stad heeft prachtige pleinen en de stadsfotograaf komt eveneens helemaal in zijn of haar element. Plus, in Fotomuseum aan het Vrijthof kun je genieten van mooie tentoonstellingen. Ze hebben vaak werk hangen van beroemde fotografen, dus zeker een aanrader om eveneens te bezoeken.” Hoe mooi is het als dromen ook daadwerkelijk uitkomen. Natuurfotograaf Bob Luijks kan er zeker over meepraten, want hij maakte onlangs een prachtige expeditie mee. Als ervaren reisbegeleider zag hij al veel van de wereld, maar Antarctica was nog onbekend terrein voor de hoofdredacteur van Natuurfotografie. Aangezien Bob al jarenlang een ambassadeur voor Benro is, waren wij in de gelegenheid om hem te vragen of hij zijn ervaringen wilden delen. Hieronder tref je dan ook zijn verhaal en enkele prachtige foto's van deze expeditie aan. Geniet ervan! De telefoon gaat. Het is Ralph van Nordic Vision Fotoreizen. Of ik één van de expeditieleiders wil zijn op een bijzondere jubileumreis naar Antarctica. “Overleg het eerst maar met je gezin”, klinkt het. Nou, dat dacht ik niet. Zo’n once in a lifetime kans laat ik niet schieten. En mijn gezin gaf me dezelfde avond nog groot gelijk! De reis naar het zuidelijke einde van de wereld is geen doorsnee cruise, maar een expeditie waar het draait om een unieke beleving van de natuur in de Antarctische regio. Het weer en de omstandigheden ter plekke bepaalden grotendeels ons programma, waarbij we slechts konden hopen een deel van ons wensenlijstje in te koppen. Regelmatig werden we met dit gegeven geconfronteerd, met een flinke storm als ultieme uitdaging. Zover was het aanvankelijk nog lang niet. Hoewel het schip voor velen misselijkmakend schommelde bij het verlaten van het beschutte fjord Beagle Channel bij het Argentijnse Ushuaia, verliep de oversteek naar de Falkland Eilanden voorspoedig. Met vriendelijk en rustig weer konden we op ons gemak wennen aan het begrip ‘expeditie’. In de onbewoonde wereld zijn er immers geen aanlegsteigers, wandelpaden of andere voorzieningen. Dat betekent dat het schip een behoorlijk einde van de kust voor anker gaat en dat je daarna moet overstappen in een zodiac, een flinke rubberboot die plaats biedt aan maximaal tien personen. De zodiac vaart vervolgens tot de branding, waardoor je in zee moet uitstappen. Nieuwsgierig gevogelte Op de Falklands bezochten we Carcass Island en Saunders Island. Eenmaal aan land is het direct de natuur dat de klok slaat. Een magelhaenscholekster en magelhaenganzen zijn de eerste soorten die we zagen, al snel gevolgd door de eerste pinguïns van deze expeditie: ezelspinguïns, magelhaenpinguïns, rotspinguïns (in het Engels uiterst toepasselijk ‘rockhopper’ genoemd), koningspinguïns (met jongen) en zelfs een verdwaalde keizerpinguïn. Meteen blijkt de natuur van een geheel andere orde dan in Nederland: de dieren komen er niet alleen massaal voor, maar zijn ook geen van allen bang voor ons. De dieren vluchten dus niet, maar blijven gewoon zitten of komen uit nieuwsgierigheid kijken wat je aan het doen bent. Eén van de hoogtepunten van de Falklands was een kolonie wenkbrauwalbatrossen. Albatrossen lijken op een foto niet zo groot (formaatje meeuw), maar hebben in de praktijk een vleugelspanwijdte van 2,5 meter! Na deze fijne opwarmer vertrokken we richting South Georgia. Waar het de ene dag nog aangenaam was, daalde de temperatuur binnen twaalf uur naar rond het vriespunt. Ook verschenen in het permanent koude water de eerste ijsbergen, precies op het moment dat het ook begon te sneeuwen. Wat een plaatje. Zeker geen gemakkelijke expeditie Door de tegenwind liepen we een halve dag vertraging op, waardoor we de eerste locatie van South Georgia moesten overslaan. Ook op de tweede plek hadden we pech: de zee deinde gevaarlijk op en neer. In combinatie met de steilere stranden lukte het niet om met de zodiacs te landen. Een poging daartoe ging bijna vreselijk fout toen een zodiac op een haar na omsloeg. Wel ging één van de expeditieleiders de ijskoude zee in… Wanneer een landing niet lukt, wordt altijd overwogen of het wel veilig genoeg is om dan maar een boottochtje te maken. En zo geschiedde. In een stille uithoek vonden we dan toch een plekje om voor het eerst veilig het land op te klimmen. Daarmee was South Georgia definitief bereikt. Maar ook: we konden de koningspinguïns en zeeberen (pelsrobben) prachtig van dichtbij bekijken. South Georgia is een waanzinnig eiland van ongeveer 160 kilometer lang en gemiddeld 30 kilometer breed, met maar liefst meer dan twintig bergen hoger dan 2.000 meter. Alleen op de lagere delen langs de kust groeit wat lage vegetatie, de rest bestaat uit rotsen en ijs. Het gehele eiland is onbewoond en sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw een beschermd natuurgebied. Ik moet zeggen: streng beschermd. Men is als de dood dat de ongerepte natuur hier aangetast wordt. Dat betekent dat we eerst allemaal uiterst strenge biosecurity-checks ondergaan. Er mag niets, maar dan ook niets van organisch of bodemmateriaal aan de kleding, schoeisel of rugzak zitten, zelfs geen zandkorrel. Ik gooi normaal mijn rugzak altijd overal neer en ben dan ook blij dat ik een nieuwe Shimoda Action X50 V2 mee had. Ook schafte ik volledig nieuwe regenkleding aan. De moeite werd gelukkig beloond, want zonder problemen werd ik goedgekeurd. Daarmee was de uitdaging nog niet voorbij, maar pas gestart. Om het zekere voor het onzekere te nemen, mag je nergens op de grond gaan zitten, zelfs niet even met je knie steun zoeken, maar ook nergens je rugzak neerleggen. Nog een reden dus om blij te zijn met de Shimoda. Je maakt de rugzak immers aan de rugzijde open. Door de rugzak louter aan de heupband te laten hangen, kun je ‘m naar je buikzijde draaien en zo toch even in je rugzak rommelen. De ultieme natuurbeleving kregen we uiteindelijk in St. Andrew’s Bay en Fortune Bay. Beide plekken kennen een waanzinnig landschap met eindeloos veel koningspinguïns, zeeberen en zeeolifanten. Je weet niet wat je ziet als je een vallei met meer dan 100.000 (!) pinguïns overziet. 'Genieten' van enorme golven Omdat er storm werd voorspeld, vertrokken we een halve dag eerder uit South Georgia. En die storm kregen we ook. Met windkracht 9 en uitschieters tot 10, én met golven tot 8 meter hoog, was het vrijwel onmogelijk om te blijven staan. Er vielen dan ook een aantal lichtgewonden en tweederde van de deelnemers werd zeeziek. Met het naderen van Antarctica bleef het winderig, maar was gelukkig wel het achterdek open, waardoor we van de enorme golven en, bij het naderen van Antarctica, vele ijsbergen konden genieten. Door de ruwe omstandigheden lukte het helaas niet om op Elephant Island en Penguin Island te landen. Bij het laatste eiland maakten we nog wel een tochtje met de zodiacs, maar dat pakte enorm nat uit door de gevaarlijk hoge golven. Ons geduld werd aardig op de proef gesteld. In Orne Harbour lag te veel ijs, maar in Neko Harbour was het eindelijk raak: we zetten voet aan land op Antarctica! Hier vind je helemaal geen vegetatie meer, maar alleen sneeuw en ijs. En pinguïns uiteraard. Overal waar we kwamen, vergaapten we ons aan de ezelspinguïns. Zij broeden in kleinere kolonies, steeds op heuvelruggen en daarmee steeds onderdeel van de mooist denkbare plekken. Uiteindelijk lukte het ook nog op twee andere plekken te landen. Waar dat niet ging, maakten we wederom tochtjes met de zodiacs. Dat is in de wateren rond Antarctica een waar feestje met onder andere ijsbergen in het mooist denkbare blauw en Weddellzeehonden op ijsschotsen. De terugtocht naar Ushuaia over de beruchte Drake Passage verliep uiteindelijk rustig, maar dat hadden we ondertussen ook wel een beetje verdiend. En zo kwam er na een kleine maand een einde aan een onvergetelijke expeditie naar een deel van de wereld waar de natuur, en niet de mens het nog altijd voor het zeggen heeft. Hieronder een video van Yves Adams, die eveneens als fotobegeleider mee was tijdens deze expeditie. Bob Luijks
Het draait allemaal om perspectief. Terwijl een nietsvermoedende wandelaar in alle rust aan het genieten is van het Bredaase Mastbos en het prachtige herfsttafereel aanschouwt, speuren twee tegemoetkomende macrofotografen de randen van het bospad af. Alsof ze op zoek zijn naar een verloren oorbel blijven ze aandachtig rondkijken. Macrofotografe én workshopbegeleider Judith Borremans houdt plotsklaps halt en meldt enthousiast: “Kijk, hier kunnen we ons voorlopig wel vermaken. Er staat voldoende mooi materiaal op ons te wachten.” Al snel is Klaas van Kruistum, tv-presentator, radio-dj en vooral ook enthousiast fotograaf, ter plaatse op de plek die vandaag als macro-speelveld fungeert. Wie goed kijkt en even door de knieën gaat, ziet inderdaad een heel smurfendorp verschijnen. Voor dit dankbare onderwerp, paddenstoelen dus, is het duo afgereisd naar het westen van Brabant. Judith zal hier haar ‘geheim’ delen met Klaas, om de kleine natuur op een grootse wijze vast te kunnen leggen. Niet alleen de tv-presentator profiteert overigens van haar kennis, want ook jij als lezer kunt wat opsteken van deze eenmalige en exclusieve macroworkshop. Wij delen in dit artikel namelijk de nodige tips die Klaas van Judith ontving om zijn Laowa 65 mm macrolens nog beter te benutten. Hopelijk inspireert het om zelf eveneens aan de slag te gaan met het vastleggen van de kleinste onderwerpen die de natuur ons biedt. Ga in de ochtend Zet je wekkertje maar lekker vroeg. Een macrofotograaf die graag gevleugelde insecten vastlegt, heeft namelijk een veel grotere kans van slagen op een mooi beeld als hij of zij voor of rond zonsopkomst in het veld staat. Deze groep dieren is namelijk koudbloedig, waardoor ze de zon nodig hebben om op te warmen. Als de insecten enige temperatuur in hun lijfje hebben zitten, zullen ze wegvliegen. Tot die tijd heb jij dus mooi de tijd om een vlinder, libelle of juffer zo mooi mogelijk vast te leggen en dat ook nog eens bij het mooiste licht van de dag. Het is niet voor niets dat ze ooit het spreekwoord ‘ochtendstond heeft goud in de mond’ hebben bedacht. Heb je moeite om je bed in alle vroegte te verlaten? Wees gerust, er zijn uiteraard meer dan genoeg natuurlijke onderwerpen te fotograferen met een macrolens, ook midden op de dag. Denk bijvoorbeeld aan paddenstoelen. Je zult dan wel wat meer moeite moeten doen om je beeld van prachtig licht te voorzien, maar daarover later meer. Minder zorgen Doordat Judith vanaf statief werkt, is een lage sluitertijd geen enkel probleem. Deze methode gebruikt ze bewust, vanwege drie redenen. Ze weet zeker dat ze een beeld van hoge kwaliteit kan schieten, omdat ze haar ISO laag kan houden aangezien haar sluitertijd nauwelijks een rol speelt. Zeker in het geval van paddenstoelen, die niet of nauwelijks bewegen. De andere reden is het feit dat ze zich bewuster is van de compositie. Ze kijkt meer secuur naar het beeld als dit niet continu verandert door haar eigen handen en lichaam. Het kost wat meer tijd, maar de uiteindelijke compositie zal sterker uit de verf komen. Nog een voordeel door het werken vanaf statief is dat die eerdergenoemde handen juist vrij zijn. Ze hoeft de camera niet vast te houden, maar kan bijvoorbeeld zelf een extra lichtbron vasthouden of een interessant voorwerp op de voorgrond van het beeld plaatsen. Probeer dat maar eens te doen terwijl je de camera in je handen hebt. Hoe lager, hoe vager De focus op de juiste plek. Je wilt zelf bepalen waar de ogen van de kijker naartoe getrokken worden. Judith speelt daarom zoveel mogelijk met scherptediepte. Zodoende is haar Canon R5 ingeschakeld op diafragmavoorkeurstand, zodat zij zich volledig kan richten op deze handeling. Haar gemakkelijke ezelsbruggetje… Hoe lager, hoe vager. Door een diafragma van f/2.8 te gebruiken, kan ze veel diepte creëren in haar beelden en kan ze precies bepalen waar ze de aandacht op wil vestigen. Om de optimale scherpte te ontvangen, gebruikt ze de zoomfunctie van haar live view om het scherptepunt te controleren. Daarnaast schiet ze haar macrobeelden met een afstandsbediening, waardoor ze niet hoeft te vrezen voor bewegingsonscherpte doordat de camera beweegt én verandert haar compositie niet meer. Een klein tikje levert bij macrofotografie namelijk al een heel ander tafereel op. Dat wil je uiteraard voorkomen. En wederom een pluspunt van deze werkmethode, ze heeft een handje vrij om eventueel een extra element toe te voegen aan haar beeld. Creëer je eigen schaduw Het statief en de afstandsbediening zorgen ervoor dat je dit punt met gemak uit kunt voeren. Zie je nu dat het hoofdonderwerp in hard zonlicht staat, dan kun je dit heel snel en effectief oplossen. Doordat je je handen vrij hebt, plaats je namelijk heel gemakkelijk een reflectiescherm tussen de zon en je onderwerp. Op die manier creëer je je eigen schaduw. Hierdoor ontstaat er een veel zachter beeld en als bonus zie je ook nog eens prachtige pasteltinten in je foto terug. Wil je je handen weer vrij hebben, dan is een klem een zeer handige tool. Deze zet je vast aan het statief, waardoor je je niet meer druk hoeft te maken om een geschikte schaduwplek. Wel regelmatig checken natuurlijk of het scherm niet wat gedraaid moet worden in verband met de stand van de zon. Nog een stukje lager Eén van de belangrijkste lessen die Klaas van Kruistum te leren krijgt deze dag, ga zo laag mogelijk. Dankzij de gebruikte Benro Bat is dit een koud kunstje. Poten volledig omkeren en klaar is kees. Wel is het handig om een statiefgondel voor je lens te gebruiken. Op die manier hoef je je camera namelijk niet op zijn kop te gebruiken. Schuif de poten ook wat uit, zodat je net even wat meer werkruimte rondom je camera hebt. Via live view is snel te zien dat die werkhoogte van zeer groot belang is. Een paar millimeter lager levert al gelijk een heel ander beeld op. Huidige camera’s zijn meestal voorzien van een handig klapschermpje, waardoor je je ook niet in allerlei bochten hoeft te wringen. Naast het lage standpunt behoor je ook vooral goed te kijken naar de achtergrond. Die is net zo belangrijk als het hoofdonderwerp. Heb je je paddenstoel in de schaduw gezet, dan is het fijn om achter het onderwerp een lichte plek te hebben. Op die manier gaat de aandacht automatisch richting de paddenstoel. Voeg licht toe Next level als het gaat om perfectie op detailniveau. Naast de zon is het ook handig om een eigen lichtbron te gebruiken. Doordat je macro schiet, hoeft dit geen megagrote lamp te zijn om effect te hebben. Zet een compact lampje op een ministatiefje en je kunt heerlijk spelen om bijvoorbeeld meer licht op de achtergrond te krijgen. Kun je de kleur aanpassen op de lichtbron? Dan zou je ook kunnen kijken naar het toevoegen van een contrastkleur. Op die manier is het bijvoorbeeld mogelijk om een paddenstoel te voorzien van een mooi gekleurd ‘tegenlicht-randje’. Doordat zo’n LED-lamp een relatief kleine lichtbron is, zal het licht ook vrij hard zijn. Hierdoor gebruikt Judith dit soort bronnen nooit als hoofdlicht om het onderwerp uit te lichten. Het dient dus puur als ondersteuning om ‘lichtjes’ wat extra detail toe te voegen. Kleine video-impressie van deze dag. Videowerk door Arno de Voogd. Doe het gelijk goed Een snelle tip, en misschien voor veel fotografen ook een logische. Probeer in het veld al zoveel mogelijk goed te doen. Iedereen kan de nodige magie uit een bewerkingsprogramma halen en een takje verwijderen, maar probeer dat zoveel mogelijk te vermijden. Je bent sneller klaar met bewerken en de voldoening is een stuk groter als je direct een prachtig resultaat op je scherm ziet staan. Blijf lekker prutsen Waar draait het eigenlijk om als je aan het macrofotograferen bent? Die fantastische plaat die je schiet of het plezier dat je in het veld beleeft? Judith kan zichzelf helemaal verliezen tijdens het schieten van macrobeelden. De voornaamste reden, lekker bezig zijn met prutsen. Een blaadje op de voorgrond plaatsen, een takje aan de linkerzijde van de ideale compositie verwijderen of een lichte vlek elimineren door een reflectiescherm te gebruiken. Het zoeken naar een mooi beeld, dat is hetgeen waar ze blij van wordt. De opbouw van een eigen setting kost tijd en het voelt als puzzelen voor gevorderden. Geduld is dan ook echt een schone zaak als het op macrofotografie aankomt. Als je trouwens Judith Borremans’ Instagram- of Facebook-pagina bekijkt, raak je wellicht overdondert van alle prachtplaten die ze schiet, maar ook zij laat op social media natuurlijk enkel haar parels zien. Niet elke poging is uiteraard raak bij haar. Feit is echter wel dat ze er vaak op uit trekt om te fotograferen, hierdoor veel ervaring opdoet en op die manier haar kansen op een mooi beeld vergroot. Daarbij is het tevens van belang dat je je eigen richting en smaak blijft volgen. Het is prima om inspiratie op te doen bij anderen, maar ga niet alles klakkeloos kopiëren. Maar, misschien wel de meest belangrijke tip die Judith kan meegeven aan macrofotografen, is de volgende; blijf lekker prutsen en geniet vooral van het moment. Jarno van Osch
|
Archieven
Maart 2025
Categorieën
Beeldbelang
|