Tip 1 – Sluit gevaar uit De meest belangrijke tip zorgt dan niet direct voor een beter eindresultaat, maar wel dat je deze tak van fotografie langer dan één dag kunt uitvoeren. Het is namelijk van kritiek belang dat je voor jezelf en alle omstanders een zo veilig mogelijke werksituatie creëert. Heb je nog nooit aan een circuit gestaan? Vraag dan een ervaren motorsportfotograaf waar je precies op moet letten. Daarnaast is het van belang om de instructies van baancommissarissen op te volgen. Zij weten precies waar je wel en niet kunt gaan staan om motorsportfoto’s te maken. Ga ook zelf na waar eventueel een motor terecht kan komen als deze uit de bocht vliegt. De binnenzijde van een bocht is automatisch de meest veilige optie, maar het kan zijn dat je op zoek bent naar een andere beeldhoek. Als je daarvoor de buitenkant wilt gebruiken, neem dan flink wat marge en houd daarbij de snelheid in gedachten. Een crashende minibike zal minder ver naast de baan terechtkomen dan een supersnelle superbike. En denk ook goed na als je eventueel het circuit wil oversteken. Bij sommige motorsporten en wedstrijden is dit sowieso uitgesloten, maar mocht het mogelijk zijn, kijk dan echt goed uit. Steek over op een overzichtelijke plek en bouw flink wat marge in wat betreft de volgende coureur die gaat komen. Wees zeker en laat je niet verrassen. Een struikelpartij, zeker op een zanderige motorcrossbaan, is zo gemaakt. Tip 2 – Werk stabiel voor een beter resultaat Wil jij de slagingskans van scherpe motorsportfoto’s verhogen? Ga dan aan de slag met het creëren van een zo stabiel mogelijke basis. Zorg voor een juiste ondersteuning van je camera en lens. En dat is broodnodig, want voor motorsportfotografie gebruik je vaak niet al te lichte spullen. Al snel heb je een serieuze camera met flinke telelens te pakken om tot goede resultaten te komen. Er zijn overigens meerdere technieken beschikbaar om langs de baan stabiel te kunnen werken. Zonder benodigdheden kun je gebruikmaken van een driehoek. Daarvoor zet je de elleboog van de ondersteunende arm tegen je lichaam aan. Op die manier creëer je een redelijk stabiele basis, met als resultaat dat je je kansen vergroot op vlijmscherpe foto’s. Een andere goede oplossing is het gebruik van een monopod, zoals de Benro MMA49C. Gebruik deze in combinatie met een specifieke kop en je bereikt altijd een stabiele basis voor je camera en telelens. Voor een goede gewichtsverdeling gebruik je de gondel van je lens als bevestigingspunt. We geven toe, het vergt enige oefening om de voordelen van een monopod optimaal te benutten, maar als je het eenmaal onder de knie hebt, dan wil je niet meer anders als het gaat om motorsportfotografie. Tip 3 – Ga aan de slag met je panning-skills Niet alleen voor coureurs is snelheid een belangrijke tool. Dat geldt ook voor een motorsportfotograaf. En dan hebben we het vooral over panning. Door je camera mee te bewegen in de richting van het onderwerp, kun je snelheid in je foto verwerken. Een goede autofocus helpt daarbij, maar alsnog is het de fotograaf die een goede timing moet hanteren. Belangrijk is om de snelheid van het voertuig goed in te schatten, want daar pas je dan weer de snelheid van je camerabeweging op aan. Omdat pannen geen gemakkelijke techniek is, is het raadzaam om als beginner met redelijk snelle sluitertijden te starten. Denk aan een sluitertijd van 1/1600. Heb je dat onder de knie, dan zak je rustig naar langzamere sluitertijden. Verder is het ook raadzaam om wat ruimte rondom je onderwerp aan te houden, want ook dat vergemakkelijkt de kans van slagen. Na verloop van tijd kun je een steeds krapper kader gebruiken. Tip 4 – Wees creatief voor verbluffende resultaten Iedere fotograaf kent het wow-gevoel als er een mooi resultaat op de achterzijde van de camera verschijnt. Bij motorsportfotografie is dat uiteraard niet anders, maar vergis je niet dat het moeilijk is om de daadwerkelijke scherpte op dat kleine schermpje te zien. Juich dus niet te vroeg. Eenmaal je foto’s ingeladen op de computer is een betere beoordeling mogelijk. En op zo’n moment kan alsnog dat vreugdesprongetje ontstaan. Dat bereik je sneller als je probeert om de nodige ‘magie’ in je motorsportfoto te gooien. Dat lukt met extreem langzame sluitertijden en door een portie creativiteit erop los te laten. Slaag je erin om die twee ingrediënten aan je motorsportfoto toe te voegen, dan is het echt juichen geblazen als je het eindresultaat op een grote monitor ziet verschijnen. Om in die zone terecht te komen, zijn er drie duidelijke adviezen die we je tenslotte mee willen geven. Blijf oefenen en geef niet te snel op. De pan-techniek leren, vergt echt flink wat tijd. Daarnaast is het goed om je te verdiepen in de motorsport, zodat je een beter beeld hebt van wat je te wachten staat. Het stelt je in staat om gemakkelijker te voorspellen wat er op de baan zal gebeuren. En als laatste is het raadzaam om heel goed naar je eigen eindresultaten te kijken. Zijn ze echt haarscherp of kun je een volgende keer misschien nog wat verbeteren wat betreft standpunt? Laag bij de grond zorgt automatisch voor meer dynamiek, maar is ook een stuk moeilijker voor elkaar te krijgen. En uiteraard, vragen staat vrij. Lukt het met pannen niet om een scherpe foto te schieten, raadpleeg dan eens een ervaren motorsportfotograaf. De meeste fotografen zijn echt wel bereid om je wat op weg te helpen. Jarno van Osch
Opmerkingen zijn gesloten.
|
ArchievenCategorieën
Beeldbelang
|