Al flink wat jaren komen twee passies op een mooie wijze samen bij Charles Borsboom (65). Als begeleider van diverse fotoreizen ontdekt hij steeds meer plekken op onze wereld én kan hij aldaar aan de slag om prachtige platen van de lokale natuur te schieten. De ervaring en kunde draagt de Delftse beeldenmaker ook graag over, waardoor hij met regelmaat interessante lezingen over fotografie geeft. Technische informatie over deze foto Camera: Fujifilm GFX100S Lens: Fujinon 45-100 mm f/4 Brandpuntsafstand: 52 mm Sluitertijd: 1/50 Diafragma: f/18 ISO: 320 “Ik kreeg ooit eens een beeld te zien van deze geologische structuur en vanaf dat moment wist ik, dat ‘ding’ moet ik eens in het echt gaan bekijken. Het wordt overigens de Alien Throne genoemd en ligt in de Badlands van New Mexico. Amerikaanse vrienden van ons zijn tien jaar geleden naar die regio verhuisd en sinds die tijd roepen ze ook dat we (Charles en zijn vrouw Yvonne, red.) een keertje langs moeten komen. Juist omdat het daar zo bijzonder is en eigenlijk niemand het gebied echt goed kent. Uiteindelijk duurde het acht jaar voordat we daadwerkelijk naar New Mexico afreisden. In 2022 hadden we de kans, maar enkel hartje zomer. Nou, dat hebben we geweten ook. Het is een high desert, ligt op een hoogte van 1.500 meter. Al vroeg in de ochtend was het daar veertig plus graden en dus eigenlijk al te heet. Inmiddels begeleid ik ook reizen van Nordic Vision naar deze regio, maar die houden we in november. Overigens is het niet een heel drukbezochte locatie, want je moet best wel wat moeite doen om er überhaupt te komen. Het ligt in het Navajo-gebied, het grootste reservaat van de Indianen. Je moet allereerst zestig kilometer over asfalt rijden, gevolgd door een half uur over onverharde wegen. Daarna behoor je nog zo’n drie kwartier te lopen om uiteindelijk op deze plek uit te komen. En bordjes ontbreken uiteraard. Je moet dus wel wat moeite doen om een foto van de Alien Throne te kunnen schieten. Dit soort geologische structuren vind ik zeer fascinerend en blijven me trekken. Miljoenen jaren oud en door weer en wind geschapen. Dat levert prachtige vormen op en de eerste keer dat ik door dit landschap in de Badlands liep, had ik een beetje het gevoel alsof ik door een Dali-schilderij liep. Ik ben nu een paar keer bij de Alien Throne geweest en merk dat het niet gemakkelijk is om er echt een aantrekkelijk plaatje van te maken. Dan moet je toch echt wel je best doen. Ik heb dan ook zeker nog niet de ultieme foto geschoten en ik hoop eigenlijk nog eens dit prachtige natuurwonder vast te leggen met de melkweg. Dat lijkt me toch wel prachtig.” Jarno van Osch
Al eerder plaatsten we hier op de blog van Lanteos een artikel over panoramafotografie, waar je vooral las over de mogelijkheden en de producten die je kunt gebruiken om een goed beeld te produceren. In deze tweede en afsluitende aflevering benoemen we de valkuilen en geven we je tips om je panoramafotografie naar een hoger niveau te tillen. We beginnen dit artikel met een aantal veelgemaakte fouten die je uiteraard moet proberen zien te vermijden. Een verkeerde belichting kan bijvoorbeeld funest zijn bij panoramafotografie. Het is namelijk belangrijk om alle foto’s met dezelfde belichting te maken. Is dat niet het geval, dan kunnen de overgangen in je uiteindelijke panorama zichtbaar worden. Het is dus raadzaam om geen autofunctie te gebruiken. Handmatig stel je dus zaken in als sluitertijd, diafragma en ISO. Enige kennis van je camera is dus een pré om aan panoramafotografie te beginnen. Het is ook slim om eerder aan onderbelichting te doen dan overbelichting. In het bewerkingsproces is het gemakkelijker om te finetunen vanuit een iets te donker beeld. Uiteraard kun je op locatie al zorgen voor een perfecte belichting. Een handig hulpmiddel is een grijsverloopfilter, zodat je direct een goede balans genereert tussen de lichte en donkere partijen. Vooral fijn om te gebruiken tijdens een zonsopkomst- of ondergang. Zorg voor goede overlap Een volgende valkuil die ervoor kan zorgen dat je panoramafoto niet helemaal uit de verf komt, is beweging. Bewegende onderwerpen kunnen voor moeilijkheden zorgen, zeker in de nabewerking. De software kan het moeilijk vinden om de foto’s dan op een goede manier samen te voegen. Let daar dus op. Verder is het van belang dat je goed let op de horizon. Door gebruik van een panoramaklem kun je je camera heel goed waterpas houden. Houd je daar geen rekening mee, dan is het eindresultaat een vervormde horizon en dat ‘trek’ je niet heel snel weer recht. Nog een punt van aandacht. Let op een goede overlap van de foto’s. Ook dit is een essentieel onderdeel voor een goed eindresultaat. Als er namelijk weinig overlap is, dan heeft de software te weinig herkenningspunten om het beeld perfect samen te laten smelten. Een overlap van zo’n twintig tot dertig procent is meestal genoeg om ieder willekeurig nabewerkingsprogramma het zo gemakkelijk mogelijk te maken om een goede panorama te creëren. Gebruik ook handige ‘ankers’ in je landschap voor de overlap. Zet bijvoorbeeld het raster van je live view aan, neem een vast punt op de lijn van 1/3e en draai dan daarna je camera om een volgende foto te maken. Gebruik de waterpas Naast de verschillende valkuilen die bij panoramafotografie om de hoek komen kijken, willen we je uiteraard ook op pad sturen met de nodige tips. Wellicht beginnen we met een overbodige tip, maar een perfecte panorama maak je door gebruik te maken van een goed en stevig statief. Hierdoor zal een lage sluitertijd nooit invloed kunnen hebben op onscherpte in het eindbeeld en zorg je er automatisch voor dat je continu op dezelfde hoogte schiet. Dit vergemakkelijkt het samenvoegen van de foto’s. Een ander belangrijk punt om in de gaten te houden is dat je apparatuur waterpas staat. Haast iedere moderne camera heeft een digitale waterpas (horizontaal als verticaal) die je daarvoor kunt gebruiken. Het is fijn om een balhoofd met panoramaklem te gebruiken. Je kunt dan eerst je camera waterpas zetten en daarna de klem bovenop het balhoofd losdraaien. Draai je camera dan eens naar links en rechts en blijf goed kijken naar het digitale waterpas. Blijft deze ‘steady’, dan weet je dat het allemaal perfect staat. Zie je alsnog een kleine afwijking, dan valt dit direct aan te passen. Simpel gebruik Het klinkt misschien als een wat simpele tip, maar daardoor zeker niet minder nuttig. Leer jezelf namelijk aan om altijd een vaste richting voor je foto’s te maken. Als je geen routine gebruikt, kan het zomaar gebeuren dat je, zeker met langere sluitertijden, niet meer weet welke richting je opdraaide. Daarnaast wil je natuurlijk zo min mogelijk aan je camera komen, dus terugkijken tijdens een serie beelden is niet heel handig. Nog een simpel gebruik is om even je hand voor de lens te houden als je klaar bent met een serie beelden voor één panoramafoto. Wil je daarna namelijk verder gaan met een volgend panorama, dan is het handig om na het inladen van je beelden heel snel te zien waar een volledig zwarte opname zit. Dan weet je direct dat je daarna een volgende serie bent begonnen. Ook is het verstandig om een goed moment van de dag te kiezen. Dat geldt natuurlijk voor heel veel soorten fotografie, maar ook zeker voor het geval je een panorama wilt schieten. Zonsopkomsten en -ondergangen zijn natuurlijk het mooist, maar houd dan ook rekening met de snelheid van de zon. Zeker in het geval je gaat voor een panorama met tegenlicht. Pak dan zeker niet te lange sluitertijden, want anders ontstaat er een groot verschil tussen de eerste en laatste foto in combinatie met de stand van de zon. In de avond heb je daar natuurlijk minder last van. Bespaar tijd Na het schieten van een serie aan beelden is het uiteraard zaak om ze nog samen te voegen tot een prachtig panorama. Er zijn veel nabewerkingsprogramma’s waar je dit voor elkaar kunt krijgen en de meest populaire software is van Adobe, waar je zowel met Lightroom als Photoshop heel gemakkelijk een panorama maakt. Online kun je ook verschillende gratis opties vinden, zoals Hugin en AutoStitch (nieuwste versie enkel op Windows verkrijgbaar). Al deze programma’s laten je meerdere foto’s selecteren en voegen ze dan automatisch samen tot een panorama. Zorg ervoor dat je de foto’s eerst eventueel bewerkt voordat je ze samenvoegt. Dit bespaart tijd en voorkomt dat je later veel moet corrigeren. Hopelijk heb je nu voldoende technische en theoretische kennis opgedaan om zelf aan de slag te gaan met het maken van panoramafoto’s. Zoals wel vaker geldt, lekker veel oefenen en uiteindelijk komt het vast allemaal prima in orde. Het is zeker niet moeilijk, maar je kunt natuurlijk altijd weer een niveau omhoog door de ervaring die je automatisch opdoet. Schroom dus niet om fouten te maken of wat te gaan experimenteren, want daar leer je juist van. Dave Zuuring
Hoewel Klaas van Kruistum vooral bekend is als televisie- en radiomaker heeft deze vrolijke alleskunner ook een fijne passie ontwikkeld voor fotografie. Hij kan enorm genieten van prachtige beelden en probeert deze uiteraard ook zelf te schieten. Leergierig als hij is, volgde hij onlangs dan ook een workshop macrofotografie bij Judith Borremans. Hoewel er die ochtend een druk programma vast stond, hadden we tijdens de pauze gelukkig ook nog even de tijd om hem de nodige vragen te stellen over zijn hobby om beelden te maken. Benieuwd hoe hij naar fotografie kijkt? Check dan onderstaande video. Jarno van Osch
Hoe mooi is het als dromen ook daadwerkelijk uitkomen. Natuurfotograaf Bob Luijks kan er zeker over meepraten, want hij maakte onlangs een prachtige expeditie mee. Als ervaren reisbegeleider zag hij al veel van de wereld, maar Antarctica was nog onbekend terrein voor de hoofdredacteur van Natuurfotografie. Aangezien Bob al jarenlang een ambassadeur voor Benro is, waren wij in de gelegenheid om hem te vragen of hij zijn ervaringen wilden delen. Hieronder tref je dan ook zijn verhaal en enkele prachtige foto's van deze expeditie aan. Geniet ervan! De telefoon gaat. Het is Ralph van Nordic Vision Fotoreizen. Of ik één van de expeditieleiders wil zijn op een bijzondere jubileumreis naar Antarctica. “Overleg het eerst maar met je gezin”, klinkt het. Nou, dat dacht ik niet. Zo’n once in a lifetime kans laat ik niet schieten. En mijn gezin gaf me dezelfde avond nog groot gelijk! De reis naar het zuidelijke einde van de wereld is geen doorsnee cruise, maar een expeditie waar het draait om een unieke beleving van de natuur in de Antarctische regio. Het weer en de omstandigheden ter plekke bepaalden grotendeels ons programma, waarbij we slechts konden hopen een deel van ons wensenlijstje in te koppen. Regelmatig werden we met dit gegeven geconfronteerd, met een flinke storm als ultieme uitdaging. Zover was het aanvankelijk nog lang niet. Hoewel het schip voor velen misselijkmakend schommelde bij het verlaten van het beschutte fjord Beagle Channel bij het Argentijnse Ushuaia, verliep de oversteek naar de Falkland Eilanden voorspoedig. Met vriendelijk en rustig weer konden we op ons gemak wennen aan het begrip ‘expeditie’. In de onbewoonde wereld zijn er immers geen aanlegsteigers, wandelpaden of andere voorzieningen. Dat betekent dat het schip een behoorlijk einde van de kust voor anker gaat en dat je daarna moet overstappen in een zodiac, een flinke rubberboot die plaats biedt aan maximaal tien personen. De zodiac vaart vervolgens tot de branding, waardoor je in zee moet uitstappen. Nieuwsgierig gevogelte Op de Falklands bezochten we Carcass Island en Saunders Island. Eenmaal aan land is het direct de natuur dat de klok slaat. Een magelhaenscholekster en magelhaenganzen zijn de eerste soorten die we zagen, al snel gevolgd door de eerste pinguïns van deze expeditie: ezelspinguïns, magelhaenpinguïns, rotspinguïns (in het Engels uiterst toepasselijk ‘rockhopper’ genoemd), koningspinguïns (met jongen) en zelfs een verdwaalde keizerpinguïn. Meteen blijkt de natuur van een geheel andere orde dan in Nederland: de dieren komen er niet alleen massaal voor, maar zijn ook geen van allen bang voor ons. De dieren vluchten dus niet, maar blijven gewoon zitten of komen uit nieuwsgierigheid kijken wat je aan het doen bent. Eén van de hoogtepunten van de Falklands was een kolonie wenkbrauwalbatrossen. Albatrossen lijken op een foto niet zo groot (formaatje meeuw), maar hebben in de praktijk een vleugelspanwijdte van 2,5 meter! Na deze fijne opwarmer vertrokken we richting South Georgia. Waar het de ene dag nog aangenaam was, daalde de temperatuur binnen twaalf uur naar rond het vriespunt. Ook verschenen in het permanent koude water de eerste ijsbergen, precies op het moment dat het ook begon te sneeuwen. Wat een plaatje. Zeker geen gemakkelijke expeditie Door de tegenwind liepen we een halve dag vertraging op, waardoor we de eerste locatie van South Georgia moesten overslaan. Ook op de tweede plek hadden we pech: de zee deinde gevaarlijk op en neer. In combinatie met de steilere stranden lukte het niet om met de zodiacs te landen. Een poging daartoe ging bijna vreselijk fout toen een zodiac op een haar na omsloeg. Wel ging één van de expeditieleiders de ijskoude zee in… Wanneer een landing niet lukt, wordt altijd overwogen of het wel veilig genoeg is om dan maar een boottochtje te maken. En zo geschiedde. In een stille uithoek vonden we dan toch een plekje om voor het eerst veilig het land op te klimmen. Daarmee was South Georgia definitief bereikt. Maar ook: we konden de koningspinguïns en zeeberen (pelsrobben) prachtig van dichtbij bekijken. South Georgia is een waanzinnig eiland van ongeveer 160 kilometer lang en gemiddeld 30 kilometer breed, met maar liefst meer dan twintig bergen hoger dan 2.000 meter. Alleen op de lagere delen langs de kust groeit wat lage vegetatie, de rest bestaat uit rotsen en ijs. Het gehele eiland is onbewoond en sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw een beschermd natuurgebied. Ik moet zeggen: streng beschermd. Men is als de dood dat de ongerepte natuur hier aangetast wordt. Dat betekent dat we eerst allemaal uiterst strenge biosecurity-checks ondergaan. Er mag niets, maar dan ook niets van organisch of bodemmateriaal aan de kleding, schoeisel of rugzak zitten, zelfs geen zandkorrel. Ik gooi normaal mijn rugzak altijd overal neer en ben dan ook blij dat ik een nieuwe Shimoda Action X50 V2 mee had. Ook schafte ik volledig nieuwe regenkleding aan. De moeite werd gelukkig beloond, want zonder problemen werd ik goedgekeurd. Daarmee was de uitdaging nog niet voorbij, maar pas gestart. Om het zekere voor het onzekere te nemen, mag je nergens op de grond gaan zitten, zelfs niet even met je knie steun zoeken, maar ook nergens je rugzak neerleggen. Nog een reden dus om blij te zijn met de Shimoda. Je maakt de rugzak immers aan de rugzijde open. Door de rugzak louter aan de heupband te laten hangen, kun je ‘m naar je buikzijde draaien en zo toch even in je rugzak rommelen. De ultieme natuurbeleving kregen we uiteindelijk in St. Andrew’s Bay en Fortune Bay. Beide plekken kennen een waanzinnig landschap met eindeloos veel koningspinguïns, zeeberen en zeeolifanten. Je weet niet wat je ziet als je een vallei met meer dan 100.000 (!) pinguïns overziet. 'Genieten' van enorme golven Omdat er storm werd voorspeld, vertrokken we een halve dag eerder uit South Georgia. En die storm kregen we ook. Met windkracht 9 en uitschieters tot 10, én met golven tot 8 meter hoog, was het vrijwel onmogelijk om te blijven staan. Er vielen dan ook een aantal lichtgewonden en tweederde van de deelnemers werd zeeziek. Met het naderen van Antarctica bleef het winderig, maar was gelukkig wel het achterdek open, waardoor we van de enorme golven en, bij het naderen van Antarctica, vele ijsbergen konden genieten. Door de ruwe omstandigheden lukte het helaas niet om op Elephant Island en Penguin Island te landen. Bij het laatste eiland maakten we nog wel een tochtje met de zodiacs, maar dat pakte enorm nat uit door de gevaarlijk hoge golven. Ons geduld werd aardig op de proef gesteld. In Orne Harbour lag te veel ijs, maar in Neko Harbour was het eindelijk raak: we zetten voet aan land op Antarctica! Hier vind je helemaal geen vegetatie meer, maar alleen sneeuw en ijs. En pinguïns uiteraard. Overal waar we kwamen, vergaapten we ons aan de ezelspinguïns. Zij broeden in kleinere kolonies, steeds op heuvelruggen en daarmee steeds onderdeel van de mooist denkbare plekken. Uiteindelijk lukte het ook nog op twee andere plekken te landen. Waar dat niet ging, maakten we wederom tochtjes met de zodiacs. Dat is in de wateren rond Antarctica een waar feestje met onder andere ijsbergen in het mooist denkbare blauw en Weddellzeehonden op ijsschotsen. De terugtocht naar Ushuaia over de beruchte Drake Passage verliep uiteindelijk rustig, maar dat hadden we ondertussen ook wel een beetje verdiend. En zo kwam er na een kleine maand een einde aan een onvergetelijke expeditie naar een deel van de wereld waar de natuur, en niet de mens het nog altijd voor het zeggen heeft. Hieronder een video van Yves Adams, die eveneens als fotobegeleider mee was tijdens deze expeditie. Bob Luijks
|
Archieven
Maart 2025
Categorieën
Beeldbelang
|